Onhandelbaar schreef op 19 februari 2021 19:57:
Lang geleden, in een land hier ver vandaan, was er eens een groot bos: het Aandelenbos. Dit was een heel bijzonder bos. Je kon er bomen kopen en, als je de goede uitkoos, deze weer verkopen met winst. Gezonde fruitbomen kon je beter nooit verkopen: deze keerden eenmaal per jaar fruit uit dat je ofwel kon opeten, ofwel kon investeren in nieuwe bomen. Maar soms had je pech: als er een beer bij jouw bomen kwam, dan daalden deze in waarde.
Aan de rand van het Aandelenbos woonden twee beleggertjes genaamd Hans en Grietje. Zij waren ook actief op de bomenmarkt. Hans en Grietje waren arm, want ze hadden moeite om mooie, gezonde bomen te vinden die na verloop van tijd in waarde toenamen. Te vaak deden ze slechte aankopen. In 1999 en 2000 bijvoorbeeld hadden Hans en Grietje een hoop bomen gekocht die in korte tijd heel snel waren gegroeid. De bomen bleken achteraf echter vol met schimmel te zitten. De boswachter heeft er toen zelfs een paar moeten omhakken.
Op een mooie, zonnige dag trokken Hans en Grietje er al vroeg op uit om nieuwe, gezonde bomen te vinden. Om niet te verdwalen in het grote Aandelenbos, nam Hans een zak vol technische indicatoren mee. Al lopend liet hij de indicatoren een voor een op de grond vallen; zodoende zouden hij en Grietje de weg naar hun aandelenportefeuille weer makkelijk kunnen terugvinden.
Hans en Grietje hadden uren en uren gelopen, maar nog geen boom gezien waar ze echt van onder de indruk waren. Behalve één keer, toen Hans zijn oog liet vallen op een boom die binnen een paar dagen enorm was gegroeid. Hij begon al te watertanden. Misschien kon deze boom wel doorgroeien tot aan de maan! “Nee Hans”, zei Grietje, “laat je niet verleiden. Weet je nog de laatste keer dat we zo'n snelle groeier hadden gekocht? Die verrotte boom waar WallStreetBets kunstmest op had gesproeid? Daar trap ik niet nóg een keer in.” Hans knikte met een zucht, en de twee beleggertjes vervolgden hun weg.
Het werd al laat, de zon was al bijna onder, en Hans' zak met indicatoren was bijna leeg. “Laten we maar teruggaan naar onze portefeuille”, zei hij. Grietje wilde al bijna instemmen, toen ze in de verte tussen de bomen een open plek zag. Er stond iets felgekleurds, rood met oranje en geel, fonkelend in de avondzon. “Zie je dat, Hans? Laten we een kijkje nemen.” Hans was ook wel nieuwsgierig. De twee liepen op de open plek af en zagen, eenmaal dichterbij gekomen, dat het kleurige object een huis was. En niet zomaar een huis: het was een huisje gemaakt van biotechraketjes!
Hans en Grietje hadden na hun lange tocht zo'n honger en dorst, dat ze meteen aanvielen. Hans begon aan de deurposten te likken, terwijl Grietje zich tegoed deed aan de raamkozijnen. “Heerlijk zoet hè, Grietje?”, zei Hans. “Ik zie hier superveel potentieel in!” Grietje had haar mond vol ijs en kon alleen maar gretig knikken.
Plotseling klonk er een krakende stem vanuit het huisje:
Libber labber luisje
Wie lebbert er aan Onno's huisje?Hans en Grietje antwoordden in koor:
Twee naïeve beleggertjes, op zoek naar hoog rendement in korte tijd!De stem zei daarop:
Dan zijn jullie aan het goede adres! Het huisje draait nu nog verlies, maar het wordt een absolute topper!Dit klonk Hans en Grietje als muziek in de oren. Na deze bemoedigende woorden, en met de zoete smaak van biotechraketjes nog in hun mond, besloten ze het huisje te kopen. Moe maar voldaan stapten ze het huisje binnen, gingen elk op een biotechbedje liggen en vielen direct in slaap. Grietje droomde van een betere portefeuille, Hans van een elektrische bioraket die naar de maan vloog.
De volgende ochtend werd Grietje al vroeg wakker. Niet van het zonlicht dat door het biotechraam naar binnen scheen, maar van een druppel water die van het plafond recht op haar neus was gevallen. Ze opende haar ogen, keek om zich heen en schrok zich een hoedje. Overal druppelde het vanaf het plafond, en op de vloer lagen plasjes gesmolten waterijs. Onno was nergens meer te bekennen.
Grietje wendde zich tot Hans, die nog sliep, en begon hem te porren. “Hans, word wakker! Toe, word toch wakker!” Hans werd wakker en schrok zich ook een hoedje. Beide beleggertjes zagen nu wel in, dat het biotechhuisje niet zoveel meer waard was als de avond ervoor. Na kort overleg besloten ze om het huisje toch nog even te houden, in de hoop dat het toch nog in waarde ging stijgen. De biotechraketjes hadden tenslotte zo lekker zoet gesmaakt.
Van de opwinding en het optimisme van de vorige avond was desondanks weinig meer over. Hans en Grietje liepen naar buiten en met bedrukte gezichtjes begonnen ze aan de weg terug naar hun portefeuille. Onderweg keken ze vooral naar de grond, naar de technische indicatoren die hun de weg wezen. Hierdoor zagen ze de beer niet, die uit het struikgewas tevoorschijn kwam en het op hun biotechhuisje had voorzien. Evenmin hadden de twee oog voor de diverse gezonde bomen die ze passeerden. Kortom, Hans en Grietje zagen door de bomen het Aandelenbos niet meer.
Later die dag bereikten Hans en Grietje hun portefeuille. Het biotechhuisje verkochten ze met verlies. De twee beleggertjes leefden nog lang, vrij arm en niet bijzonder gelukkig.