benito c. schreef op 5 juli 2014 14:49:
[...]
´´Alle voorwerpen van kunst en wetenschap vallen buiten de grondslag voor box 3, tenzij ze als belegging worden aangehouden (Art. 5.8 Wet IB 2001). Voorbeelden van voorwerpen die onder deze vrijstelling vallen, zijn schilderijen, antiek, zilveren voorwerpen, glaswerk en dergelijke. Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen, moet men de voorwerpen wel in volle eigendom hebben. Dat is het geval als iemand het volledige gebruiks- en genotsrecht heeft en de waardeverandering bij hem terechtkomt. Daardoor geldt de vrijstelling niet als men het vruchtgebruik van zo'n voorwerp heeft; in dat geval behoort de waarde van het vruchtgebruik tot de rendementsgrondslag van box 3.
Schilderijen zullen soms een beleggingskarakter hebben, maar tegelijk als kunstvoorwerp worden aangemerkt. En daardoor vallen ze niet in box 3.´´
Ik denk dat in vrijwel alle gevallen kostbare schilderijen buiten de heffingsgrondslag vallen, tenzij overduidelijk is, dat ze als belegging worden aangehouden. Ik denk dat de bewijslast daarvoor bij de fiscus ligt. Als jij een Jan Steen aan de muur hebt hangen, zal die buiten box 3 vallen. Misschien als je via een handelaar kostbare schilderijen hebt gekocht, en die handelaar staat bekend om beleggingsaankopen, en ze worden in een kluis opgeborgen, dan zou dat anders kunnen zijn.