nine_inch_nerd schreef op 1 juli 2021 16:47:
Shell-vonnis illustreert gebrek aan kennis bij rechters16:30
Directeur van Milieudefensie Donald Pols na de uitspraak in de klimaatzaak tegen Royal Dutch Shell
De veroordeling van Shell in het klimaatvonnis werd in juridische context belicht door hoogleraar Gerard van Solinge in deze krant. De technische realiteit en enorme complexiteit van het globale energiesysteem blijft hierbij echter buiten beschouwing.
Dit vonnis was een te verwachten juridisch ongeval, aangezien ook rechters worstelen het mondiale energiesysteem te begrijpen. Dit is prachtig geïllustreerd in de motivatie van de rechters door het ter zijde leggen van het substitutieprincipe, simpel gezegd: indien Shell niet aan de vraag van de klant wil of kan voldoen, dan gaat die klant naar een andere leverancier.
‘De kans dat dit vonnis averechts uitpakt, is niet onaanzienlijk.’
Een ander voorbeeld is dat als China snel z’n kolencentrales wil sluiten om hun CO2-uitstoot met rond de helft te verminderen door aardgas te gaan verstoken, Shell dan niet kan leveren. Dan zou immers Shell’s toegerekende CO2-uitstoot van haar klanten (scope 3) vermeerderen. Dit terwijl het de mondiale CO2-uitstoot significant zou verminderen. Het Internationale Energieagentschap (IEA) laat in zijn rapporten duidelijk zien hoe belangrijk investeringen van internationale energieproducenten zijn voor het ter markt brengen van aardgas. De kans dat dit vonnis averechts uitpakt, is dus niet onaanzienlijk.
Voorbeeldfunctie
Maar de rechters zeggen ‘al zou dit zo zijn’ dan is Shell toch verplicht om het voortouw te nemen, als voorbeeldfunctie. Het vonnis is daarmee tegelijkertijd zinvol en niet zinvol. Het is zinvol omdat het een duidelijk signaal geeft naar de overheid en consumenten dat ze sterk en versneld moeten investeren om hun vraag naar duurzame energie te vergroten. Maar kunnen zij hun vraag naar fossiele energie binnen de nog resterende 9 jaar met 45% laten afnemen? Het is niet zinvol omdat het ineffectief is voor het beoogde doel van vermindering van de globale CO2-uitstoot.
‘Als China nu snel de kolencentrales wil sluiten en aardgas wil gaan verstoken, kan Shell niet leveren.’
De kernvraag is dan: hoe onrechtmatig is het handelen van één bedrijf dat aan alle wettelijke verplichtingen voldoet, indien het vonnis nul komma nul effect heeft op het mechanisme van de mondiale CO- uitstoot en zelfs averechts kan uitwerken? Het Nederlandse Kelderluik-arrest, waarop dit onrechtmatig handelen oordeel gebaseerd is, wordt volledig buiten de internationale context toegepast. De rechterlijke macht zou hiervoor een beter juridisch kader moeten opstellen.
Gelijke monniken?
Dan het aspect van proportionaliteit. Is dit werkelijk een eerlijk vonnis? Zou niet het principe van gelijke monniken, gelijke kappen moeten gelden? Heeft nu elk bedrijf in Nederland of zelfs wereldwijd deze verplichting? Duidelijk niet. Mag een rechter één bedrijf dat zich aan alle juridische regels houdt het recht ontnemen om vrijelijk te concurreren in de mondiale markt?
En in de context van het zorgvuldigheidsprincipe; weegt de gevreesde aantasting van het leefgenot van Nederlandse inwoners met een van de hoogste inkomens per capita ter wereld echt zoveel zwaarder dan dat van de miljarden mensen in de ontwikkelingslanden die nog worstelen met eerste levensbehoeften? Daarvoor is volgens de IEA nog jaren meer fossiele brandstof nodig en is de additionele uitstoot in dezelfde orde van grootte als de door de rechters geëiste reductie.
Wim Thomas is Fellow of the Energy Institute UK en Distinguished Fellow of the Institute for Energy Economics Japan. Hij was Chief Energy Advisor bij Shell van 1984 tot 2020.