snipper schreef:
wel lang, maar erg vermakelijk(red.niche)
Oehoe zegt de goeroe
Warrum Buffet - 23 september 2006, 13:30
Camera's flitsen. Klapvee verdringt zich aan beide zijden van de rode loper. De zesdeurstaxi stopt, strak langs het trottoir. Eén krijtstreepbeen werkt zichzelf een beetje onwillig uit de auto. Twee handen schikken de buik op de achterbank. Het tweede been wordt richting het portier gemanoeuvreerd.
Buiten trappelt de meute vol ongeduld. Weer flitsen camera's, die als ze konden kwijlen, kwijlen zouden, om de eerste glimp op te vangen van de intocht van de oude gigant. Achter de fotografen vallen de eerste mensen flauw.
Een jonge dame in een strak zwart mantelpakje grijpt naar haar voorhoofd, haar blonde lokken verwaaid door de wind en zijgt tergend langzaam ter aarde.
Daar ligt ze, half op de rode loper. Niemand die haar ziet. Eén fotograaf zet een voet op haar heup, om steviger te staan nu de meute verder opdringt. De taxideur zwaait verder open.
Wankel, maar onmiskenbaar
Het tweede krijtstreepbeen wordt moeizaam naar buiten gezwaaid. De buik wordt weer even recht op de schoot gelegd. Een hand vol zegelringen klemt zich vast aan de bovenkant van het portier en - hup - daar staat hij, Het Pak. Wankel, maar onmiskenbaar. Oehs en aaahs schallen over straat. Aan de overkant vliegen vensters open.
Nieuwsgierige hoofden worden naar buiten gestoken. Vergeefs. Het krijtstreeppak wordt afgeschermd door zwarte paraplu's en breedborstgorilla's die dreigend grimlachend in de opgestoken camera's staren. Het journaille dat met blocnotes en potloden klaar staat om een heilige quote op te vangen in de nacht, wordt weggeslagen.
Het Pak bereikt de hel verlichte gevel van het pand. Deuren zwaaien open en meteen weer dicht. De massa staat buiten, waar de donderwolken van de organisatie nu pas toestemming krijgen om hun plas te lozen. Verschil moet er zijn. Een deel van de meute druipt af, de beter bedeelden melden zich bij de kassa.
Dagen geteld
Er wordt getrokken en gesleurd. Rode hoofden, moordende blikken en lange tenen. Heel veel hele lange tenen. Binnen schieten poederkwastjes over het gezicht van Het Pak, parfum vermengt zich met zweet. Hij wordt voorzichtig overeind gehesen, omgedraaid en weer neergezet, roos wordt van zijn schouders geklopt.
Achter de deuren zoemt en ratelt van alles. Licht en geluid wordt getest, de beveiliging draait overuren. De presentator trekt toch dat lichtroze overhemd aan, wat hij net nog inruilde voor een witte, maar zo'n kans als vanavond krijgt hij maar één keer in zijn leven en dan moet je goed voor de dag durven komen.
Iemand begint af te tellen. Het Pak wordt nog eens overeind gehesen, maar zakt meteen weer weg. Zijn dagen zijn geteld. De crew kijkt elkaar radeloos aan. Dan grijpt de stalmeester een bezemsteel, klimt op een stoel en steekt de bezem in het pak langs nek en rug. Zo, dat blijft wel staan. Wat de Russen met Jeltsin konden, kunnen wij.
Meneer de goeroe
Het Pak wordt op een stoel met wieltjes gezet, de deur zwaait open. Een zee van licht breekt door. De stoel krijgt een zwieperd, woetsjjj. De gesprekstafel remt de glijvlucht, de airbag doet zijn werk, het glas op tafel trilt. Het publiek juicht en jubelt over deze fenomenale entree en valt elkaar verheugd en opgewonden in de armen.
Als iedereen zich herpakt heeft, begint de presentator, zwetend als een otter en met donkerroze zweetvlekken onder zijn oksels, het gesprek. "Meneer de goeroe, wat kunnen we verwachten...?" Het blijft stil. Het Pak knippert met de ogen. Met zijn tong probeert hij zijn lippen te bevochtigen. De presentator gaat zenuwachtig verzitten.
"Meneer de goeroe?" Het publiek stikt bijna van de spanning. Enkele stewards moeten opdringerige toehoorders met geweld terug in hun kuipstoeltjes slaan. Het Pak slaagt er met moeite in één vlezige hand - die zonder zegelringen - op te tillen en naar zijn nek te brengen. Daar voelt hij de afgebroken bezemsteel zitten.
Zee van emoties
Hij pijnigt zijn hersenen. Wat was de vraag ook al weer? Wie heeft dat licht zo fel gemaakt? Wat doen die mensen hier toch? "Nou, meneer de goeroe?", probeert de wanhopige presentator opnieuw. Hij hangt over de tafel en kruipt bijkans met zijn oor in de mond van de goeroe. Het Pak hapt naar adem en bijt bijna een stuk presentat-oor af.
"Oeh, eh.. oeh", stamelt hij een zwak excuus. De presentator springt op, staat met wijdgespreide benen op de gesprekstafel en zwaait met het manuscript wild heen en weer. Hij glimt, hij glanst, hij jubelt en danst. Wat een dag! Wat een man! Wat een wijsheid! Dan slaat hij de handen voor het gezicht. Tranen vloeien rijkelijk.
De zaal, nog onwetend, huilt dankbaar mee. En in die zee van emoties herpakt de presentator zichzelf. Hij slikt een brok in zijn keel door, pinkt een laatste traan weg. "Beste mensen... Lieve mensen..." Camera's zoomen in. Het publiek zwijgt als nooit tevoren. "Lieve mensen... hij zei... hij zei: "Oehoe." De zaal zwijgt, hier past louter stilte.
Oehoe, oehoe
"Oehoe, zegt de goeroe". Lichten doven, de zaal druipt afgemat maar voldaan af. Wijze Uil heeft gesproken. Buiten hoost het. Zelfs het wolkenpak is ontroerd bij het aanschouwen van zoveel wijsheid. Op de rode loper ontwaakt de blonde dame in het zwarte mantelpak, verregend als een poes in de goot, uit haar katzwijm.
Ze schudt haar lokken en probeert voorzichtig op te krabbelen. Net als ze haar hoofd optilt, zwaaien de deuren open. Honderden, duizenden mensen rennen naar buiten. Nee, ze rennen niet, ze fladderen. Ze zwaaien als een hondsdolle kudde vogelgrieperige BSE-koeien naar buiten. Ze dansen, proberen te vliegen.
En allemaal roepen ze "Oehoe, oehoe". Ze walsen over de rode loper, over het zwarte mantelpakje, over de blonde haren. "Oehoe, oehoe zegt de goeroe", kakelen ze in koor. Binnen veegt Ali de rommel bij elkaar. Papiersnippers, halve camera's, volgekladde blocnotes, honderdeurobiljetten, pruiken en volgesnotterde zakdoekjes.