rood blauwe elepsis logo Belegger.nl

'Tech is weer te duur en kwetsbaar'

'Tech is weer te duur en kwetsbaar'

Technologieaandelen zijn weer flink gestegen na een moeizaam 2022. Dat maakt de aandelen vrij duur. De tijd voor voorzichtigheid is aangebroken, schrijft Jacob Sonenshine op Barron’s.

Het probleem is dat de techsector er nu veel minder aantrekkelijk uitziet dan een paar maanden geleden. Deze is veel kwetsbaarder geworden voor slechte prestaties.

Bezorgdheid over banken belangrijkste reden

De Nasdaq is dit jaar zo’n 13% gestegen. Daarmee presteert de technologiezware index beter dan de S&P500, die tot nu toe dit jaar 4% heeft gerealiseerd.

Bezorgdheid over banken is eigenlijk de belangrijkste reden dat geld naar de techsector vloeit, niet zozeer de resultaten van de techbedrijven. De vrees dat meer banken failliet kunnen gaan en dat het moeilijker zal worden om krediet te krijgen, zorgt ervoor dat beleggers zich zorgen maken over de economische groei en dat beurswinsten beperkt blijven. 

Groeiaandelen moeten het hebben van toekomstige winsten

Een zwakkere economie betekent een lagere inflatie, waardoor de Federal Reserve de rente minder hoeft te verhogen. Dat leidt weer tot een lagere rente op langlopende obligaties en een stijging van de waarde van toekomstige winsten. Dat zijn belangrijke factoren voor technologieaandelen, omdat beleggers deze groeiaandelen vooral kopen vanwege de toekomstige winsten.

Een lagere rente verhoogt de huidige contante waarde van die winsten, wat betekent dat beleggers bereid kunnen zijn meer te betalen. Tegelijkertijd maakt de relatief sterke groei van techbedrijven de winsten iets minder gevoelig voor veranderingen in de vraag in de bredere economie.

Rally maakt tech minder veilig

De sterke start van techaandelen is een trendbreuk ten opzichte van 2022, toen de Nasdaq 32% daalde. Maar gezien de recente rally is het kopen van techaandelen op dit moment misschien niet zo veilig, schrijft Sonenshine. Ze lijken nu vrij duur. De totale koers-winstverhouding van de Nasdaq ligt op zo’n 25,4 keer. Dat is 44% hoger dan de k/w van 17,6 van de S&P 500, volgens data van FactSet.

De Nasdaq wordt gewoonlijk tegen een premie verhandeld, maar dit is een bijzonder groot waarderingsverschil en komt in de buurt van de piek na de pandemie, toen de Nasdaq handelde tegen een premie van 48% ten opzichte van de S&P 500. In het afgelopen decennium handelde de Nasdaq soms tegen een premie van minder dan 20%.

Moeilijk voor megabedrijven om snel te blijven groeien

De PEG-ratio is een maatstaf die de koers/winstverhouding deelt door het winstgroeipercentage. Die is voor de Nasdaq relatief aantrekkelijk. Met een k/w van 25,4 keer en een verwachte jaarlijkse winstgroei van 17% per aandeel in de komende drie jaar, komt het PEG-cijfer uit op ongeveer 1,5 keer. Dat is vrij laag. De S&P 500 wordt verhandeld tegen een PEG-ratio van iets meer dan twee keer.

Op de huidige niveaus betalen beleggers dus minder voor de winstgroei die de Nasdaq zal opleveren dan voor de verwachte winstgroei binnen de S&P 500. De ratio is echter alleen zo laag als de winstgroei van de Nasdaq werkelijk zo hoog is als analisten verwachten. Maar de groeicijfers van veel techtrends vertragen. Volgens Doug Peta van BCA Research is het voor deze megabedrijven moeilijk om snel te blijven groeien.

Rally kan nog doorgaan

Zelfs als tech bijzonder duur blijft, kan op korte termijn de rally nog doorgaan. De aandelenmarkt houdt nog enige tijd last van de onrust in de banksector. Mocht de economie schade oplopen door krimpende kredietverlening, dan kan meer geld naar techbedrijven vloeien.

De stijging van techaandelen wordt geholpen doordat de zorgen voor de bredere markt voortkomen uit zorgen over één bepaald onderdeel van de markt, namelijk de banken, merkte Peta op. Maar de sector is kwetsbaarder voor tegenvallende prestaties.

Bekijk ook: 'Tech begint aan nieuwe bullmarkt'