In een steeds verder globaliserende wereld is dat vreemd. Zeker omdat beleggers hun mogelijkheden voor een goede diversificatie hierdoor onnodig beperken.
Home bias
Zoals mijn collega Maarten van der Pas al eerder stelde: Nederlandse beleggers spelen een spelletje “Ik hou van Holland” wanneer ze hun portefeuille inrichten. Shell, Ahold en Philips zijn voorbeelden van favoriete aandelen in menig particuliere portefeuille. Nederlanders zijn bekend met deze bedrijven, de media spreekt vaak over de lokale beurslievelingen en er is volop informatie beschikbaar over deze ondernemingen. Cijfers van De Nederlandsche Bank laten zien dat Nederlandse particuliere beleggers gemiddeld 67 procent van hun aandelenportefeuille beleggen in Nederlandse aandelen. Anno 2014 is dat best vreemd.
Voor veel aankopen kiezen we namelijk producten die door buitenlandse bedrijven zijn geproduceerd. We rijden in een Toyota of een Mercedes, we halen koffie bij Starbucks, maken foto’s met een camera van Nikon, lopen op schoenen van Nike en onze winkelstraten worden gedomineerd door ketens van Inditex (Zara, Pull & Bear, Massimo Dutti) en H&M. Het internet heeft onze wereld nog kleiner gemaakt. We kopen en verkopen spullen via e-Bay aan mensen over de hele wereld en via Airbnb huren we een appartement van iemand die we niet kennen. Maar als het op beleggen aankomt, dan kiezen we voor aandelen van eigen bodem. We kopen wel de producten van grote, gevestigde internationale bedrijven, maar negeren ze als beleggingsmogelijkheden. Dat is toch raar?
Hoe Nederlands is Unilever?
Unilever is een lieveling van veel Nederlandse beleggers. Het is een groot, Nederlands(-Brits) bedrijf dat herkenbare producten maakt waar we in ons dagelijks leven veel gebruik van maken. Een bedrijf dat bekende merken in haar stal heeft, dicht bij de consument staat, wat Nederlandse beleggers vertrouwen geeft. Buitenlandse bedrijven kennen we veel minder goed, dus daar zijn we onzekerder over. Wij Nederlandse beleggers kennen Unilever immers goed. Maar waarom zijn we daar zo zeker van? Omdat we Unox-soep eten, BlueBand op ons brood smeren en de was doen met Robijn?
Dat u weet wat Unilever maakt en dat u klant bent van het bedrijf, maakt u echter nog niet deskundig. Beleggers kopen Unilever omdat het een symbool is van Hollands glorie, maar hoe Nederlands is Unilever eigenlijk? Bijna 60 procent van de omzet wordt gegenereerd in opkomende landen, die de kern vormen van de groei van Unilever. Het bedrijf behaalde in 2013 een omzet van EUR 49,8 miljard wereldwijd. Hiervan werd EUR 1,6 miljard behaald in de Benelux, wat neerkomt op iets meer dan 3 procent. Zo Nederlands is Unilever.
Dit voorbeeld laat ook zien dat het hebben van Nederlandse aandelen u niet beschermt tegen wat er verder in de wereld gebeurt. De ontwikkelingen op het internationale speelveld hebben direct of indirect gevolgen voor Nederlandse bedrijven. De globalisering heeft ervoor gezorgd dat de band tussen landen steeds sterker wordt, waardoor het een illusie is te denken dat Nederlandse bedrijven geïsoleerd zijn van de wereldeconomie.
Risico van eenkennigheid
De keuze voor Nederlandse aandelen omdat we deze bedrijven zogenaamd beter kennen en er meer informatie over beschikbaar is, gaat niet meer op. Nederlandse bedrijven zijn niet Nederlands en u kunt over Colgate-Palmolive net zoveel informatie vinden als over Unilever. Maar er zitten ook risico’s aan de focus op uitsluitend Nederlandse aandelen. De sectorspreiding kan veel beter gerealiseerd worden wanneer internationale bedrijven aan de portefeuille worden toegevoegd. Onze nationale indices hebben geen producenten van luxegoederen, farmaceuten of auto’s. Andere sectoren zoals de vliegtuigindustrie, basismaterialen en technologie zijn ook maar mondjesmaat vertegenwoordigd. Wanneer we kijken naar de sectorspreiding van de AEX, dan is die zeer geconcentreerd met 22 procent in dagelijkse consumentengoederen, 17 procent in banken en verzekeraars en 15 procent in energie. Wie vanuit een sectorperspectief een goed gespreide portefeuille wil moet toch echt de grens over.
Een tweede risico is dat van spreiding op basis van marktkapitalisaties. Grote bedrijven die stabiele kasstroom genereren, een sterke marktpositie hebben en beschikken over een solide balans, kunnen beleggers vaak beter beschermen tegen koersdalingen. In Nederland vormen de grootste bedrijven de AEX index. Alhoewel daar inderdaad bedrijven van wereldformaat in zitten, zijn er ook bedrijven die vanuit een wereldwijd perspectief tot de mid-caps behoren. Een belegger die in de AEX belegt, heeft dus gemiddeld genomen kleinere bedrijven in zijn portefeuille dan een belegger die belegt in de MSCI World Index.
Een wereldwijde beleggingsaanpak geeft beleggers veel meer mogelijkheden voor diversificatie. In een wereld waarin landsgrenzen steeds verder vervagen doen beleggers zich te kort door zich te beperken tot de nationale iconen. Veel beleggers kiezen voor Nederlandse aandelen omdat ze het risico van buitenlandse aandelen te groot vinden. Maar misschien is het beperken van het universum tot ons eigen kikkerlandje wel een veel groter risico.
Jeffrey Schumacher,
is fondsanalist en Manager Research team bij Morningstar Benelux.