lower schreef op 2 augustus 2017 12:54:
[...]
Melden substantiële deelnemingen en bruto shortposities
Voor Effectenuitgevende ondernemingen
Iedereen die beschikt over 3% of meer (substantiële deelneming of shortpositie) van het geplaatst kapitaal van een beursgenoteerde onderneming moet dit melden aan de AFM.
Direct regelen
Melden substantiële deelnemingen en bruto shortposities
Loket AFM
Zodra deze drempelwaarde wordt bereikt, over- of onderschreden, moet dit onverwijld gemeld worden. Vervolgens moet opnieuw onverwijld gemeld worden, zodra de substantiële deelneming of shortpositie een drempelwaarde bereikt, overschrijdt of onderschrijdt.
Dit kan het geval zijn als men de beschikking krijgt of verliest over aandelen en/of stemmen of door een toe- of afname van het geplaatste kapitaal van de beursgenoteerde onderneming. De drempelwaarden zijn: 3%, 5%, 10%, 15%, 20%, 25%, 30%, 40%, 50%, 60%, 75% en 95%.
De meldingen worden gepubliceerd in de openbare registers op de website van de AFM.
Uit de leidraad:
Meldingsplicht als gevolg van een (noemer)wijziging
Wanneer het percentage van het kapitaal of de stemmen van een persoon wijzigt door een (noemer) wijziging van de uitgevende instelling dan moet het bereiken, over- of onderschrijden van een drempelwaarde ook aan de AFM worden gemeld. Hetzelfde geldt wanneer een shortpositie wijzigt door een (noemer) wijziging van de uitgevende instelling. Het gaat hier om het passief bereiken, over- of onderschrijden van een drempelwaarde. De uitgevende instelling is op basis van de Wft verplicht haar noemerwijzigingen te melden aan de AFM.
p34
8. Tijdstip van het ontstaan van de meldingsplicht en termijn waarbinnen moet worden gemeld
De meldingsplicht ontstaat op het tijdstip dat een persoon de beschikking krijgt of verliest over aandelen en/of stemmen waardoor het percentage een drempelwaarde bereikt, over- of onderschrijdt. Of wanneer een persoon de beschikking krijgt of verliest over financiële instrumenten waardoor de shortpositie waarover hij beschikt een drempelwaarde bereikt, over- of onderschrijdt. Ook bij een (noemer)wijziging van de uitgevende instelling die het percentage van het kapitaal, de stemmen of een shortpositie van een persoon doet wijzigen, zodat een drempelwaarde wordt bereikt, over- of onderschreden, moet aan de AFM worden gemeld (zie verder hoofdstuk 3).
De wetgever gaat hier uitdrukkelijk uit van een eigen verantwoordelijkheid van de meldingsplichtige persoon. Wanneer aan het verkrijgen of verliezen van aandelen een overeenkomst ten grondslag ligt, in de regel een (ver)koopovereenkomst, ontstaat de meldingsplicht op het moment waarop de verbintenis tot stand komt. Het tijdstip waarop de aandelen goederenrechtelijk worden verkregen of overgedragen (dat wil zeggen het tijdstip van de levering van de aandelen) is niet relevant; dit moment ligt meestal ná het zogeheten verbintenisrechtelijke moment.
Bij een verbintenis met een ontbindende voorwaarde is sprake van een verbintenis én dus een meldingsplicht. Bij een verbintenis onder opschortende voorwaarden is de verbintenis – en dus ook de meldingsplicht – nog niet ontstaan. Het tijdstip van het ontstaan van de meldingsplicht is bepalend voor de gegevens waarvan bij de berekening van de percentages moet worden uitgegaan.
De termijn waarbinnen daadwerkelijk moet worden gemeld, wordt bepaald door het tijdstip waarop een persoon weet of behoort te weten dat de meldingsplicht is ontstaan. Een persoon behoort uiterlijk 2 handelsdagen nadat hij de beschikking heeft verkregen of verloren over aandelen dan wel stemmen of een shortpositie te weten dat hij een drempelwaarde bereikt, overschrijdt dan wel onderschrijdt.Op het moment dat hij weet dat hij een drempelwaarde bereikt, overschrijdt dan wel onderschrijdt, dient de persoon onverwijld te melden. Een persoon kan weten op welk tijdstip hij de beschikking over de aandelen heeft verkregen of verloren door bijvoorbeeld de transactiebevestiging van de bank of commissionair. Wanneer iemand door erfrecht de beschikking krijgt over aandelen en wil nagaan of een meldingsplicht is ontstaan, dan kan dit bijvoorbeeld door het aandeel in de nalatenschap te berekenen. Voor de berekening van het percentage zijn de gegevens ten tijde van het overlijden van de erflater relevant.
„Onverwijld? betekent dat de tijd tussen het moment van weten of behoren te weten van het bereiken, over- of onderschrijden van een drempelwaarde of het krijgen of verliezen van één of meer aandelen met een bijzonder statutair zeggenschapsrecht, en het moment dat de AFM de melding ontvangt zo kort mogelijk dient te zijn, gegeven de omstandigheden. Van iemand die al beschikt over een „kritisch? percentage kapitaalbelang en/of stemrecht in een uitgevende instelling mag worden verwacht dat hij zich, anticiperende op het ontstaan van een meldingsplicht, op de hoogte houdt van de gevolgen van zijn eigen handelingen voor het percentage kapitaalbelang en/of stemrecht waarover hij kan beschikken en die voor de meldingsplicht van belang zijn (zie verder hoofdstuk 3 inzake het alerteringsbericht). De AFM toetst strikt of onverwijld is gemeld. Dit ook vanwege de mogelijke koersgevoeligheid van een melding, waardoor bij onzorgvuldigheid (risico bestaat op) misbruik van voorwetenschap.
35
Wanneer een naamloze vennootschap opgericht naar Nederlands recht een uitgevende instelling wordt, moet een persoon die weet of behoort te weten dat hij een substantiële deelneming heeft of één of meer aandelen met een bijzonder statutair zeggenschapsrecht dit onverwijld aan de AFM melden. Ook een substantiële deelneming in een rechtspersoon opgericht naar het recht van een niet EU-lidstaat, moet onverwijld worden gemeld wanneer deze rechtspersoon een uitgevende instelling wordt.
Een melding die een persoon moet doen omdat er een noemerwijziging van de uitgevende instelling is, moet uiterlijk op de vierde handelsdag na de verwerking van de noemerwijziging in het register plaatsvinden. Op deze zogenoemde passieve meldingsplicht is ook ingegaan in hoofdstuk 3.
Tot slot moet een melding met betrekking tot een afwijkende samenstelling uiterlijk binnen 4 handelsdagen na de datum waarop de houder dit weet of behoort te weten plaatsvinden