vodkajus schreef:
het gaat niet om hypotheekaftrek, aow, zorg of onderwijs. het gaat gewoon om jong vs oud. :0)
----
uit
www.dft.nl, goeroes.
Jong versus oud
za 03 apr 2010, 07:59
AMSTERDAM - Als het om voorspellen op langere termijn gaat, komt het meeste houvast voor economen van de demografie.
De bevolkingsontwikkeling van een land is redelijk voorspelbaar, hoewel zelfs daar de werkelijkheid behoorlijk van de prognoses kan afwijken, bijvoorbeeld door hoger dan verwachte immigratie en lager dan verwachte geboortecijfers. Maar wanneer de babyboomgeneratie met pensioen zou gaan, wisten we vijftig jaar geleden al.
Het bijzondere van de vergrijzing die we nu meemaken, is dat de belangen in de maatschappij compleet anders komen te liggen dan letterlijk eeuwen het geval was. Omdat mensen vroeger gemiddeld genomen niet zo oud werden en gezinnen kinderrijk waren, waren er altijd veel jonge mensen in een samenleving.
En dus was er een oriëntatie op vooruitgang. Hoe kunnen we zorgen voor een maatschappij waarin onze kinderen het beter hebben dan wij? De leeftijdsverhoudingen waren ook zo, dat die toekomstgerichtheid door het electoraat bij verkiezingen tot uitdrukking kon worden gebracht. De economische groei op zijn beurt maakte mogelijk dat de wensen ook konden worden vervuld.
Maar nu liggen de verhoudingen ineens anders. De Nederlanders die straks mogen gaan stemmen zijn veel minder toekomstgericht dan de stemmers van twintig jaar geleden. Ze zijn gemiddeld genomen veel rijker dan Nederlanders ooit voor hen waren en ze hebben, als er wat moet gaan veranderen, veel te verliezen. De economische crisis komt hun slecht uit.
Hoezeer de balans veranderd is, blijkt wel als we het electoraat in tweeën delen, namelijk in kiezers van 20 tot 45 en kiezers van 45 jaar en ouder. De grens van 45 is gekozen omdat gezinnen dan vaak tegen de top van hun inkomen zitten, hun kinderen het huis uitgaan, zij bezit gaan vormen en geleidelijk aan ook meer beroep gaan doen op de zorgvoorzieningen. De 45-plussers krijgen een belang bij het behoud van het bestaande. Anders gezegd: ze worden conservatief.
In 1960 was 51% van het electoraat jonger dan 45. De babyboomers zaten op school en mochten nog niet stemmen. In 1970 was het aandeel van de groep 20-45 jarigen gestegen tot 53%, in 1980 tot 54% en in 1990 tot 55%. Maar dan gaat hun gewicht dalen. In 2000 is de verhouding tussen ’jong’ en ’oud’ fiftyfifty en nu zijn de kiezers jonger dan 45 duidelijk in de minderheid: tegenover iedere 44 van hen staan 56 kiezers van 45 en ouder. Het electoraat is in rap tempo aan het vergrijzen en verkiezingen worden steeds meer een strijd tussen jong en oud. Tussen kiezers die naar de toekomst kijken en kiezers die met de rug naar die toekomst staan.
Politieke partijen moeten nu kleur bekennen, want door de kredietcrisis van 2008 en de gevolgen die deze crisis had voor de overheidsfinanciën kan niet alles bij het oude blijven. Dus wat gaan we doen met de aowleeftijd, met de hypotheekrenteaftrek, met de zorgvoorzieningen, met de belastingtarieven, met de pensioenen?
Allemaal thema’s waarvoor geldt dat de gevestigde Nederlanders boven de leeftijdsgrens van 45 grosso modo een ander belang hebben dan de jongeren. In de komende maanden zal moeten blijken in hoeverre de gevestigde orde solidair is met de jongere generatie, dan wel uitsluitend kiest voor behoud van eigen verworvenheden. De eerdere discussie over de aow-leeftijd en de huidige discussie over de hypotheekrenteaftrek stemmen wat dat betreft bepaald niet vrolijk
Jaap van Duijn is onafhankelijk belegggingsdeskumdige.