free 1, RoE en P/B telt schreef op 30 maart 2023 21:47:
VEB;
Verzekeraars hebben langlopende verplichtingen naar hun polishouders. Denk bijvoorbeeld aan een levensverzekering die voor een bepaalde periode geld uitkeert aan nabestaanden wanneer de verzekerde overlijdt. Het moment van overlijden is vaak (tientallen) jaren nadat de polis werd afgesloten. Daarnaast kan de uitkeringsfase ook nog een periode van tientallen jaren beslaan.
De verzekeraar kan op basis van langjarige ervaring relatief goed inschatten wat de risico’s zijn op polissen en wanneer uitkeringen ongeveer zouden moeten plaatsvinden. Deze uitkeringen worden vervolgens met de risicovrije rente teruggerekend naar vandaag om te bepalen hoeveel kapitaal de verzekeraar vandaag ongeveer nodig heeft om aan de verplichtingen te kunnen doen.
Om de uitkeringen in de toekomst te kunnen betalen, moet de verzekeraar dus bezittingen aanhouden die een rendement opleveren. Het liefst veilige bezittingen met een voorspelbare kasstroom, zoals obligaties.
Vooral aan langlopende obligaties hebben verzekeraars behoefte, want een deel van de verplichtingen (uitkeringen) moeten ze pas over tientallen jaren inlossen. Idealiter slaagt de verzekeraar erin om de uitbetalingen aan polishouders precies te matchen met de verwachte inkomstenstromen uit de beleggingsportefeuille. In de praktijk lukt dat niet perfect, mede doordat de meeste obligaties korter lopen dan de verplichtingen van de verzekeraar.
Verzekeraars hebben in het algemeen baat bij een hoge (of stijgende) rente. Zij kunnen het geld dat vrijkomt uit afgeloste obligaties en hypotheken dan herinvesteren in nieuwe vastrentende waarden die een hogere rente opleveren.
Tegelijk levert een mismatch op de balans renterisico op. Het is mogelijk om dat deels af te dekken met complexe derivaten (hedgen), en dat doen de verzekeraars ook. Maar hier kleven wel kosten en andere nadelen aan, waardoor er vaak per saldo wel enig renterisico overblijft.