Juni lijkt voor de Amerikaanse aandelenmarkt overwegend positief te eindigen, ondanks de historisch slechte reputatie van deze beursmaand. De kaarten voor juli liggen er beter voor, als we afgaan op de geschiedenis, zo schrijft MarketWatch.
Volgens de beursalmanak behoort juli tot de beste maanden van het jaar, voor zowel de Dow Jones index als de S&P 500. De historische resultaten voor de Nasdaq en de Russell 2000, de twee graadmeters die dit jaar tot nu toe het best presteren, zijn over het algemeen wat minder in de komende beursmaand.
Dow: juli in top 4 beste beursmaanden
De Dow is vanaf 1950 gemiddeld met 1,2% gestegen in juli en is daarmee de op drie na beste beursmaand van het jaar. In de afgelopen 67 jaar was juli gemiddeld 42 keer positief voor de Dow en 25 keer negatief.
Voor de S&P 500 is juli de op vier na beste maand van het jaar. De brede index steeg in juli gemiddeld met 1%. De kansen op een positieve maand voor de S&P 500 zijn wel lager vergeleken met de Dow: van de afgelopen 67 jaren was juli in slechts 37 jaren positief voor de S&P.
Nasdaq: minder rooskleurig vooruitzicht
Voor de Nasdaq zijn de historische statistieken iets minder gunstig: de technologieindex steeg tot nu toe met gemiddeld 0,4% in juli. Dat maakt juli de op negen na beste maand van het jaar. In de afgelopen 46 jaar pakte die maand voor de Nasdaq 24 keer positief uit en 22 keer negatief.
Maar de technologiebeurs heeft dit jaar wind mee: van de drie belangrijkste graadmeters op Wall Street gaat de Nasdaq aan kop. De index is tot nu toe met 9,8% gestegen, in vergelijking met een stijging van 2,1% van de S&P 500 en een daling van de Dow Jones index van 1,5%.
Russell 2000: juli historisch slechte beursmaand
Ook de Russell 2000, de graadmeter van de kleinere ondernemingen, presteert dit jaar goed. Sinds de jaarwisseling is deze index met 8,8% gestegen.
Op basis van de historische gegevens is juli echter de op één na slechtste maand van het jaar met een gemiddelde daling van 0,3%.
Zomers vaak zwak
De zomermaanden worden soms als riskant beschouwd voor Wall Street, vanwege de historische trend die wordt belichaamd door de uitdrukking: "sell in May and stay away". Dit betekent dat de periode tussen begin mei en eind oktober een seizoensgebonden zwakke periode is voor markten.
Hoewel dit op de lange termijn klopt, zoals te zien is in de onderstaande tabel van S&P 500, ging deze tendens de afgelopen vijf jaar niet op.

Bron: MarketWatch
Tussentijdse verkiezingen
Ondanks de positieve historische trends voor juli kunnen de tussentijdse verkiezingen in november voor onzekerheid zorgen op de financiële markten. Volgens de Almanak hebben de Dow, S&P, Nasdaq en de Russell 2000 de neiging om slechter te presteren in jaren met tussentijdse verkiezingen.
In die jaren was juli de slechtste beursmaand voor de Nasdaq. De index daalde toen gemiddeld met 2,2%. De Russell 2000 ging in verkiezingsjaren gemiddeld met 4,5% in de min. Voor de Dow en de S&P bleven de verkiezingsjaren historisch gezien positief, met winsten van respectievelijk 1,1% en 0,7% in juli.