rood blauwe elepsis logo Belegger.nl

Het belang van de juiste benchmark

Het belang van de juiste benchmark

Het absolute rendement van een beleggingsfonds zegt weinig tot niets over hoe goed de beheerder heeft gepresteerd. Voor een goede beoordeling moet een vergelijking worden gemaakt met een benchmark, oftewel een index die het beleggingsuniversum van het fonds vertegenwoordigt.

In de praktijk blijken fondshuizen daarin de plank nogal eens mis te slaan. Aan beleggers de taak om appels met appels te vergelijken.

Stel, op 1 januari 2023 kocht u een beleggingsfonds dat wereldwijd in aandelen belegt en per eind augustus bedraagt het rendement 15%. De eerste reactie zal er waarschijnlijk een van tevredenheid zijn. Immers, waar behaal je in acht maanden tijd zo’n mooie winst? In ieder geval niet met sparen.

Hoe goed is dat rendement?

Om te bepalen of 15% ook echt een goed rendement is en de fondsbeheerder daadwerkelijk zijn of haar werk goed heeft gedaan, is een diepgaandere vergelijking vereist. Daarvoor is een benchmark nodig, meestal in de vorm van een index die als vergelijkingsmaatstaf kan dienen om het behaalde rendement tegen af te zetten.

Maar welke index te gebruiken? Er zijn ontzettend veel mogelijkheden. Zo bevat de database van Morningstar op het moment van schrijven alleen al voor aandelen 49.543 indices.

Welke benchmark?

Om een goede benchmark te kiezen, is het vooral van belang om eerst te begrijpen in wat voor soort beleggingsfonds u belegt. Het gaat er daarbij om hoe goed een index past bij bij het beleggingsmandaat van een fonds.

Niet zozeer de daadwerkelijke portefeuille, maar het beleggingsuniversum waar de beheerder zijn keuzes uit kan maken dient daarbij leidend te zijn. Immers, als een wereldwijd beleggingsfonds de mogelijkheid heeft om in opkomende landen te beleggen, maar besluit om dat tijdelijk niet te doen, dan dient de prestatie wel vergeleken te worden met een index die opkomende landen omvat.

Om de passendheid van een index te boordelen, dient onder andere te worden gekeken naar de regio of land(en) waar het fonds in kan beleggen, de eventuele hang naar een bepaalde stijl of een focus op fondsen van een bepaalde omvang.

Geen eenvoudige taak

Dat oogt als een relatief eenvoudige exercitie, maar de praktijk blijkt vaak weerbastiger als we kijken naar de benchmarkkeuzes die fondshuizen maken voor hun fondsaanbod. Zo telt de Morningstarcategorie Aandelen Wereldwijd Large-cap Groei in totaal 427 fondsen die in Europa worden verkocht en waarvan bekend is welke benchmark het fondshuis zelf hanteert.

Aangezien deze categorie fondsen omvat die in wereldwijde groeiaandelen beleggen, mag worden verwacht dat er wordt gekozen voor indices die dit reflecteren. Slechts 19 fondsen hebben echter een index als benchmark die een groeistijl vertegenwoordigt. De meeste fondshuizen blijken te kiezen voor een brede marktindex zonder stijlvoorkeur. Om precies te zijn hebben 132 fondsen de MSCI World-index als benchmark, terwijl maar liefst 223 keer gekozen is voor de MSCI ACWI-index. Er kan daarom gerust worden gesteld dat een mismatch tussen beleggingsuniversum en benchmark een veel voorkomend fenomeen is.

Hoe goed is uw fondsbeheerder?

Dat stelt beleggers voor een probleem bij de beoordeling van fondsprestaties. Immers, stel dat het fonds dat u aan het begin van het jaar kocht de MSCI World index als benchmark hanteert. Deze index behaalde over de periode van januari tot en met eind augustus een rendement van 14,18%. Dat betekent dat uw fonds een outperformance behaalde van bijna 1%, en dat na kosten. Op het eerste oog geen slechte prestatie.

Maar laten we aannemen dat de beheerder zich volledig focust op groeiaandelen, de mogelijkheid heeft om in opkomende landen te beleggen en daarnaast met name in large caps belegt. Dat maakt de MSCI ACWI Growth index tot de best passende index. Het rendement voor deze index over de eerste acht maanden van dit jaar bedroeg bijna 23%. In plaats van een outperformance blijkt de beheerder een underperformance te hebben behaald van 8%. Dat plaatst de prestaties in een heel ander daglicht.

Beleggers doen er goed aan om regelmatig de prestaties van hun beleggingsfondsen te beoordelen. Niet op basis van het absolute rendement, maar in verhouding tot een benchmark. Daarbij dienen zij niet zonder meer uit te gaan van index die door het betreffende fondshuis wordt gebruikt, want dat blijkt maar al te vaak geen appels-met-appelsvergelijking te zijn.

Ronald van Genderen, CFA is fondsanalist bij Morningstar Benelux