DeZwarteRidder schreef op 27 juni 2015 12:55:
Geachte mevrouw Schippers,
In de brief van 11 maart 2013 heeft u het College voor zorgverzekeringen (CVZ) verzocht om een inhoudelijke toetsing uit te voeren met betrekking tot conestat alfa (Ruconest®). Dit is een preparaat dat een te kort aan een plasma-eiwit, de zogenaamde C1-esteraseremmer, kan opheffen. Dit tekort kan leiden tot de verschijnselen van erfelijk angio-oedeem. Ruconest® is een analoog van het humane eiwit. Het heeft dezelfde aminozuurvolgorde maar een andere glycosylering. Dit laatste leidt tot een kortere halfwaardetijd. Het geneesmiddel wordt toegediend in de vorm van een intraveneuze
injectie in een dosis van 50 eenheden per kilogram.
De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) heeft de beoordeling inmiddels afgerond. De overwegingen hierbij treft u aan in het farmacotherapeutisch rapport en het GVS-rapport die als bijlagen zijn toegevoegd.
Er zijn geen grote verschillen in gunstige en ongunstige effecten, ervaring en gebruiksgemak tussen conestat alfa en de uit bloedplasma verkregen C1-esteraseremmer-preparaten. Wel is de toepasbaarheid van conestat alfa beperkt tot volwassenen en daarom kleiner dan die van Cetor®, Cinryze® en Berinert®.
Bij de behandeling van acute aanvallen van erfelijk angio-oedeem bij volwassenen heeft conestat alfa een gelijke therapeutische waarde als de uit bloedplasma verkregen C1-esteraseremmerpreparaten Cetor®, Cinryze® en Berinert®.
Er zijn geen klinisch relevante verschillen in eigenschappen tussen Ruconest®, Cetor® en Cinryze®. Ruconest® kan dan ook als onderling vervangbaar worden beschouwd met Cetor® en Cinryze®.
Ruconest® kan op bijlage 1A worden geplaatst in een nieuw te vormen cluster met Cetor® en Cinryze®. De standaarddosis kan worden gesteld op 3500 U voor conestat alfa, 1400 U voor Cetor® en 1400 U voor Cinryze®.
Hoogachtend,
dr. A. Boer Lid Raad van Bestuur