GakGak schreef op 24 maart 2023 16:20:
@Kees
¨Dit is dus Nederlands belastinggeld door de plee spoelen om aan een ambtelijke eis te voldoen¨.
.
Je kunt ook op een andere manier ontdekken dat er veel meer door de plee wordt gespoeld, zoals het vertrouwen
in rechters. Er zijn twee soorten, de rechters die zelf wel eens na- of meedenken en de protocolneukers.
Met die laatste soort valt geen land te bezeilen en dat hebben veel slachtoffers van de toeslagaffaire keihard
ondervonden.
Een administratief foutje of gemiste kans om het juiste vinkje te plaatsen leidde soms (helaas vaak) tot schrappen
van het recht op de gehele toeslag voor kinderopvang en dus 100 procent terugbetaling over langere termijn.
Sommige rechters vonden dit achteraf ook echt geen logische en eerlijke rechtsgang maar ja, dan kwam er in hoger beroep
toch wel weer een protocolneuker overheen die een gunstige uitspraak teniet zou doen via hoger beroep.
Dan toch maar meteen korte en harde metten maken met de toeslagouder die iets niet goed begreep of misschien
wel bewust fraudeerde.
In hoger beroep worden veel uitspraken verzacht of geheel teniet gedaan.
Zijn rechters dan zo onbetrouwbaar en/of onkundig tegelijk ?
Is het alsof je een juridische dobbelsteen opgooit ?
Nooit wordt een rechter erop aangesproken dat hij teveel of te weinig protocols neukt en de gemakzuchtige helft
zal al snel denken, liever geen risico´s met het hoger beroepcircus en het begrip empathie uit zijn agenda schrappen.
Voor de liefhebbers nog een voorbeeldje van juridische acrobatiek:
.
G. kreeg een contract voor bepaalde tijd. Behoudens verlenging liep dat af op 1 juli. G. viel zeer in de smaak, zowel bij Zijn werkgever als bij de klanten. Die laatsten bleven vanwege de coronapandemie echter steeds vaker weg. De omzet nam zozeer af dat de nieuwe verkoper eigenlijk niet meer kon worden betaald. Partijen gingen daarom in april met elkaar aan tafel zitten. G. snapte dat een verlenging van zijn contract er financieel niet in zat. Afgesproken werd dat hij tot 1 juli gewoon kreeg doorbetaald en alle kans kreeg om naar ander werk te zoeken. G. sloeg aan het solliciteren. Met succes. Per 1 juli kon hij aan de slag als verkoper bij een bouwmarkt. Daar zaten ze om mensen te springen.
Nadat het loon tot 1 juli was uitbetaald, bleef het even stil. Plotseling lag er echter een brief op de mat van een advocaat. Die maakte namens G. aanspraak op een maand extra loon, omdat de werkgever had verzuimd G. tijdig schriftelijk mede te delen dat zijn contract niet werd verlengd. “Maar ik had hem dat toch al lang van tevoren verteld”, liet hij de advocaat weten. “Dat kan wel zo zijn,” wist de jurist, “maar in de wet staat dat het schriftelijk moet. En als je dat nalaat, krijgt de werknemer een maand loon extra mee.” Hij had gelijk. Om de positie van de werknemer met een contract voor bepaalde tijd te versterken, is dat inderdaad met zoveel woorden in de wet opgenomen.
Werkgever weigerde te betalen. G. was immers volstrekt niet benadeeld door dit vormfoutje. Bovendien had hij na afloop van het contract direct ander werk. De kantonrechter was het hartgrondig met hem eens. Die vond dat G. niets te klagen had en wees de vordering af. Daar was vanuit een oogpunt van begrijpelijke rechtsbedeling veel voor te zeggen. Als een kennelijk onredelijk resultaat dreigt, hoort de rechter in te grijpen. G. was het daar niet mee eens en ging in hoger beroep. Van het gerechtshof kreeg hij alsnog gelijk. Het hof liet weten dat de wettelijke bepaling, waarop G. zich beriep, van dwingend rechtelijke aard is. Dat wil zeggen, dat die regel altijd geldt, zelfs als partijen iets anders afspreken. En dan is het volgens het gerechtshof niet de bedoeling dat deze regel zomaar door de rechter opzij wordt gezet, als de uitslag hem niet redelijk voorkomt. Zijn daar dan geen uitzonderingen op ?
Wel zeker, maar alleen als het eindresultaat ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar’ was geweest. Dat is onredelijkheid in de overtreffende trap. Een woordenspel voor juristen. “Het deugt of het deugt niet”, zei mijn grootvader altijd. Waarna onvermijdelijk een aanklacht volgde tegen de door hem zo gehate advocaten, “die recht praten wat krom is en omgekeerd.”
---------------------------
vrij naar een gevalletje Meester Frank Visser.