De afgelopen halve eeuw heeft laten zien dat een competente, onafhankelijke centrale bank de beste garantie is voor prijsstabiliteit. Donald Trump wil het monetaire beleid onder zijn controle te brengen, terwijl de onafhankelijkheid van de Fed cruciaal is geweest voor de Amerikaanse welvaart, stelt Sylvester Eijffinger op Project Syndicate.
Trump bekritiseerde in het verleden Jerome Powell scherp, omdat hij vond dat de renteverhogingen in 2022-23 niet snel genoeg gingen om de inflatie te bestrijden. Nu stelt hij dat de renteverlagingen van de Fed te langzaam gaan. Hij baseert zich daarbij op zijn instinct als succesvol zakenman. En één ding heeft zijn onderbuikgevoel hem duidelijk gemaakt: hij moet voorzitter Jerome Powell ontslaan.
Volgens Powell is dat wettelijk niet toegestaan, maar dat weerhoudt Trump er niet van om de president van de centrale bank publiekelijk onder druk te zetten. En Trumps kansen zijn toegenomen nu de Republikeinen de controle hebben gekregen over zowel de Senaat als het Huis van Afgevaardigden. Als een ontslag niet kan, dan kan hij altijd nog een nieuwe en loyale gouverneur benoemen zodra Powells termijn in de eerste helft van 2026 afloopt.
Geschiedenis toont belang aan van onafhankelijke Fed
Eijffinger vindt dat zorgwekkend, want de uitholling van de onafhankelijkheid van de centrale bank kan de Amerikaanse economie duur komen te staan. De afgelopen halve eeuw heeft overweldigend bewijs opgeleverd dat een competente, onafhankelijke centrale bank de beste garantie is voor prijsstabiliteit en dat het laag houden van de inflatie en het verankeren van de inflatieverwachtingen enorme voordelen heeft voor de economie als geheel.
In 1972 lukte het president Richard Nixon om de Fed over te halen om een beleid te voeren dat zijn verkiezingscampagne zou helpen. De Fed verlaagde de rentetarieven hoewel de inflatie hoog bleef, wat bijdroeg aan de stagflatie. Pas toen Paul Volcker in het begin van de jaren 80 de rente tot 20% verhoogde, werd de prijsstabiliteit hersteld. Powell heeft aangegeven dat hij zich niet zal laten intimideren door Trump, maar dat betekent niet dat de Fed dezelfde mate van onafhankelijkheid zal behouden als nu.
Onzekerheid is funest
Volgens de wet kan een Fed-bestuurslid alleen om dringende reden worden ontslagen en dat is voor interpretatie vatbaar. Zoiets moet dan vrijwel zeker worden beslecht door het Amerikaanse Hooggerechtshof. Zou Trump zo’n zaak winnen, dan is hij waarschijnlijk beperkt tot het benoemen van een nieuwe voorzitter uit het huidige bestuur van de Fed. Zou uiteindelijk toch Powell aan het langste eind trekken, dan veroorzaakt de juridische strijd een periode van onzekerheid voor de markten. Hetzelfde geldt voor elke poging van Trump en de Republikeinen om de Federal Reserve Act te herzien.
Het voornemen van Trump om de onafhankelijkheid van de Fed in te perken, baart zorgen. Kunnen zijn economische adviseurs hem overtuigen, dat hij immense schade kan aanrichten en dat een verdere stijging van de rente op de Amerikaanse kapitaalmarkt economisch en politiek gezien niet in zijn belang is? Hij kan ook gewoon wachten tot het einde van Powells termijn, de Fed is immers al aan een renteverlagingscyclus begonnen.
Wat er ook gebeurt, de beloften die Trump heeft gedaan betekenen dat de VS en de rest van de wereld de komende twee jaar een monetaire achtbaanrit te wachten staat - in ieder geval tot de tussentijdse verkiezingen in 2026. De geschiedenis is duidelijk, stelt Eijffinger. De onafhankelijkheid van de centrale banken blijft een van de belangrijkste factoren om de prijzen stabiel te houden en de economie op koers te houden.