Wanneer vooraanstaande beurshuizen hun vooruitzichten bij aanvang van een nieuw jaar publiceren, was het de afgelopen jaren vaak ‘bon ton’ om de opkomende markten als joker naar voren te schuiven.
Er worden allerhande argumenten aangevoerd die moeten aantonen dat het op middellange termijn strategisch loont om in Emerging Markets (EM) geïnvesteerd te zijn en te blijven. Bepaalde argumenten zijn zeker te rechtvaardigen, maar de harde cijfers tonen toch een ander beeld, evenzeer in 2023 en tot op heden in 2024.
MSCI World versus MSCI Emerging Markets
Dat beeld kunnen we namelijk weerleggen door de MSCI World (wereld) te vergelijken met de MSCI EM (opkomende markten) op het vlak van aandelenblootstelling voor de periode na de financiële crisis, namelijk 2010-2023. Alvorens we de cijfers en prestaties - beide in USD - vergelijken, stippen we nog het volgende aan:
Door de uitmuntende prestatie van de VS tijdens die periode, steeg het gewicht van de VS binnen de MSCI World van 60% naar het huidige niveau van 69,9%. Het huidige gewicht van EM binnen de MSCI World bedraagt vandaag 13,5%. Binnen MSCI EM zijn de huidige belangrijkste landen als volgt: China 26,5%, India 16,7%, Taiwan 16%, Zuid-Korea 13%, Brazilië 5,8%, overige 22%.
Maar we keren nu terug naar de cijfers en enkele belangrijke statistieken:
Die cijfers tonen duidelijk aan dat het meer loonde om in een aandelenportefeuille ‘wereld’ geïnvesteerd te zijn – met dominante aanwezigheid van de VS – dan zich te beperken tot het EM universum. De aanwezigheid van technologie heeft in het voordeel van de VS gespeeld, hoewel dat gerelativeerd moet worden door de technologieblootstelling in Shanghai, Hong Kong en Taiwan.
De standaardafwijking was bovendien groter binnen EM. Een grotere standaardafwijking of volatiliteit is op zich niet dramatisch, maar dan moet het gelopen risico wel de moeite waard zijn. Hier was dat dus zeker niet het geval voor de opkomende markten ten opzichte van een wereldwijde aandelenportefeuille. Nemen we de jaarlijkse rendementen van beide universums over de steekproefperiode onder de loep, dan wordt dit opnieuw bevestigd.
Regionale samenstelling portefeuilles
Geopolitiek is uiteraard een belangrijke factor, wat vandaag extra in de verf wordt gezet door de opflakkering van het conflict in het Midden-Oosten en Oekraïne en door handelsspanningen tussen verschillende handelsblokken.
China heeft de laatste jaren een moeilijk parcours gereden. Dat heeft de MSCI EM bij momenten pijn gedaan en verklaart de relatieve underperformance deels, zoals de minicrisis in 2015 bijvoorbeeld en het aanslepen van de coronamalaise tot in 2021 (-15% beursrendement).
Het is echter te kort door de bocht om enkel China/Hong Kong met de vinger te wijzen. Ook 2011 en 2013 waren relatief gezien zeer stormachtige periodes voor de opkomende markten, maar toen lag de oorzaak buiten het EM universum. 2011 was het jaar van de Europese schuldencrisis en was het voornamelijk nog de FED die de meubelen in het Westen redde. In 2013 was er de Bernanke-schok waarbij voor het eerst overwogen werd om het tempo van de FED-drukpers te verminderen, de zogenaamde ‘taper tantrum’.
Zo zijn er nog andere voorbeelden te geven van een zogenaamde risk-off schok in het Westen die grote gevolgen heeft voor de opkomende markten. Beleggers verkiezen op dat moment grotere en diepere liquiditeitspockets, namelijk veilige havens zoals Wall Street, US Treasuries, USD en zelfs JPY en CHF. EM is dus zeker kwetsbaar voor de snelheid van internationale kapitaalstromen.
In een notendop
Geopolitiek en binnenlandse factoren (denk aan verkiezingen, corruptie en transparantie) zijn van groot belang wanneer we een portefeuille regionaal samenstellen, zowel wat het Westen als opkomende markten (EM) betreft. De geschiedenis leert ons dat we daar in het geval van EM dubbel aandacht aan moeten besteden wanneer het de kwetsbaarheid van het universum betreft.
Ten slotte zijn er ook externe factoren waarvoor het EM universum kwetsbaar is en zal blijven. Uiteraard neemt dat niet weg dat er zich in de toekomst mooie opportuniteiten zullen aanbieden. Maar zoals de cijfers aantonen moet het ‘strategische’ middellange termijn motief voorlopig de duimen leggen voor het ‘tactische’ kortere termijnmotief voor de opkomende markten.
Lees ook: Waar liggen de kansen in Azië-Pacific in 2024?
Christofer Govaerts is Chief Economist & Investment Strategist bij Bank Nagelmackers. Deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.