In Europa zijn er meer dan 30.000 beleggingsfondsen te koop. Het merendeel van dit gigantische fondsaanbod heeft echter geen bestaansrecht. Veel fondsen presteren namelijk minder goed dan een passief alternatief in de vorm van een ETF of indexfonds. Het is voor beleggers dan ook zaak om het kaf van het koren te scheiden. Dit zijn drie kenmerken van fondsen die het volgens Morningstar in zich hebben om zich positief te onderscheiden.
1. Lage kosten
Het kostenniveau van een beleggingsfonds is van doorslaggevend belang voor het behalen van een goed rendement. De kosten van een fonds gaan immers direct ten laste van het rendement en vormen daarmee een horde voor een fondsbeheerder. Het spreekt voor zich dat lage kosten het gemakkelijker maken om die horde te nemen dan wanneer het fonds tot de duurdere opties behoort.
De kosten die ten laste gaan van het rendement bestaan voor een belangrijk gedeelte uit de beheervergoeding. De hoogte van deze vergoeding kan binnen dezelfde type fondsen flink verschillen. Zo bedraagt de beheervergoeding van het wereldwijde aandelenfonds Aberdeen Global World Equity 1,00 procent, terwijl Robeco N.V. de helft hiervan rekent. Die 0,5 procent per jaar lijkt verwaarloosbaar, maar het rente-op-rente effect zorgt ervoor dat dit verschil aanzienlijk wordt op de langere termijn. Andere kosten die ten laste gaan van het fondsvermogen zijn bijvoorbeeld accountantskosten en marketingkosten.
Gezamenlijk vormen deze kosten de ‘lopende kosten’, het prijskaartje van een beleggingsfonds. Dit is een percentage kosten dat vermeld staat in een document genaamd ‘Essentiële Beleggersinformatie’, dat op de website van fondsaanbieders terug te vinden is. Hoewel het percentage lopende kosten opgebouwd is uit veel kostencomponenten, zijn er ook kosten die hier niet onder vallen.
Een mogelijke additionele kostenfactor ontstaat wanneer het fonds ervoor kiest om een prestatievergoeding te hanteren. De structuren van deze vergoeding kunnen sterk uiteenlopen. Wanneer fondsen een prestatievergoeding hanteren, heeft Morningstar een voorkeur voor een kostenstructuur waarbij er sprake is van een lage beheervergoeding, een acceptabel (10-15%) percentage prestatievergoeding, een prestatiemeting ten opzichte van een relevante benchmark en er moet sprake zijn van een high watermark.
Een laatste kostenpost die niet onderschat mag worden, maar geen onderdeel vormt van de lopende kosten, zijn de transactiekosten die een fonds maakt als gevolg van het aan- en verkopen van posities in het fonds. Des te hoger de omloopsnelheid in een portefeuille, des te hoger de transactiekosten die ten laste gaan van het fondsresultaat. Het is maar de vraag of dat vele handelen per saldo wat oplevert. Wat je zeker weet is dat de broker die de orders uitvoert er goed aan zal verdienen. Een hoge omloopsnelheid kan daarom het potentieel van een fonds beperken.
2. Actief beheer
Om de benchmark te verslaan moet een beleggingsfonds afwijken van de benchmark. Dit wordt actief beheer genoemd. Een beheerder kan een fonds op verschillende manieren actief beheren. Hij kan effecten buiten de benchmark selecteren, maar ook posities in de benchmark een ander gewicht geven dan deze in de benchmark hebben. Daarnaast kan een fonds afwijken op bijvoorbeeld regio-, sector-, valuta-, beleggingsstijl- en marktkapitalisatie-allocatie. Het zijn allemaal verschillende dimensies van actief beheer. De mate van afwijking is belangrijk. Wanneer een fonds te dicht bij de benchmark blijft, dan zijn er minder mogelijkheden om deze te verslaan. Een fonds dat de kosten van een actief beheerd fonds rekent maar feitelijk dicht bij de benchmark blijft, zal op langere termijn veel moeite hebben om toegevoegde waarde te realiseren.
3. Solide beheerder
Uiteindelijk is het de beheerder die bepaalt hoe de portefeuille wordt ingericht. Deze beheerder (of het beheerteam) speelt dan ook een sleutelrol in het uiteindelijke succes van een fonds. Niet alleen de omvang van een team in relatie tot het belegbare universum en de kwaliteit van de ondersteuning spelen hier een rol, maar ook de ervaring van een beheerder en de relevantie van die ervaring zijn belangrijke elementen. Morningstar heeft een voorkeur voor beheerders die een lange staat van dienst op een strategie hebben. Beleggers die zich hebben bewezen in verschillende marktcycli. Stabiliteit in het beheerteam en de ondersteuning is eveneens een cruciale factor.
Als laatste factor is het belangrijk dat een beheerder ook doet waarvoor hij is aangesteld, namelijk het zo goed mogelijk beleggen van het vermogen van de aandeelhouders in het fonds. Een beheerder moet zich dan ook kunnen concentreren op het onderzoeken en selecteren van effecten in zijn portefeuille en zijn tijd spenderen aan het construeren van een solide portefeuille. Randzaken als marketingpraatjes en het verschijnen op events moeten tot een minimum worden beperkt. Wanneer de beheerder van uw fonds zich continu in de spotlights manoeuvreert, dan moet u zich afvragen hoeveel tijd hij zich nu daadwerkelijk met het beheer van het fonds bezighoudt. Een goed fonds met een sterk track record verkoopt zichzelf wel, daar is geen marketing voor nodig en zeker niet van degene die al zijn tijd en energie zou moeten steken in het beheren van die portefeuille.
Jeffrey Schumacher,
is fondsanalist en Manager Research team bij Morningstar Benelux.